Minister Dekker houdt grotendeels vast aan nieuwe faillissementswet

Afgelopen maandag voerde minister Dekker overleg met de Tweede Kamer over de voorgenomen wijziging van de Faillissementswet.

Bron: ANP

Ondanks kritiek houdt minister Dekker voor Rechtsbescherming grotendeels vast aan zijn voorstel voor een nieuwe faillissementswet. Dat bleek 11 mei jl. in een zogenoemd wetgevingsoverleg waar Kamerleden wijzigingen kunnen voorstellen.

De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) is bedoeld om faillissementen zoveel mogelijk te voorkomen door het voor schuldeisers aantrekkelijk te maken akkoord te gaan met reorganisatie van een bedrijf dat in zwaar weer is. Nu is het zo dat elke individuele schuldeiser herstructurering kan tegenhouden. In de nieuwe wet is dat minder makkelijk.

Taart

"Als er nog iets van een toekomst zit in een bedrijf, dan is herstructureren beter voor alle partijen", zei Dekker. "De te verdelen taart is klein bij een faillissement. Dus een faillissement voorkomen, is waarde creëren."

Herstructureren betekent in veel gevallen dat schuldeisers moeten inleveren. Critici vrezen dat kleine schuldeisers zoals leveranciers het met de WHOA afleggen tegen grotere schuldeisers zoals banken.

Dat is nu ook het geval bij een faillissement, stelt PvdA-Kamerlid Nijboer. "Kijk naar de V&D, grote aandeelhouders werden wel terugbetaald, maar leveranciers van de borden die nog in de schappen lagen niet."

Onthameren

Zeven jaar geleden werd begonnen met de WHOA en het idee was dat de wet nu als hamerstuk door de Kamer zou worden goedgekeurd. Maar ChristenUnie-Kamerlid Van der Graaf "onthamerde" de wet. Ze vindt, samen met de PvdA en SP, dat er meer waarborgen in moeten zodat kleinere schuldeisers, vaak mkb'ers, "niet achter het net vissen". Zo zouden alle schuldeisers in principe zeker 20 procent van hun schuld moeten kunnen innen als er een akkoord wordt gesloten om een faillissement te voorkomen.

Ook vinden de drie partijen dat schuldeisers bij een reorganisatie niet het recht moeten hebben contant geld te eisen. Ze zouden bijvoorbeeld genoegen moeten nemen met een aandeel. Het idee is dat banken anders, omdat ze vooraan staan, wel hun geld krijgen en kleinere schuldeisers niet.

Drempels

Een aantal partijen vroeg zich af of de voorgestelde waarborgen hun doel niet voorbij zouden schieten. "Ik heb een goed gevoel bij het uitgangspunt van de amendementen, het beschermen van de zwakkeren", zei Van Gent van de VVD. "Maar je moet wel weten of ze doen wat wordt beoogd."

"Met de amendementen ga je drempels installeren waarmee het gevaar bestaat dat er toch weer eerder voor faillissement wordt gekozen", voegde zijn CDA-collega Van Dam toe. VVD en CDA stelden voor om drie jaar na het ingaan van de wet te evalueren "met extra aandacht voor het mkb".

Averechtse effecten

Minister Dekker (VVD) zei ook te vrezen voor averechtse effecten: "Sympathiek, maar het leidt tot meer faillissementen". Hij vreest voor de afschrikwekkende werking. "Dat er een situatie gaat ontstaan dat partijen zeggen: dan maar failliet, want dan haal ik er meer uit."

Één voorstel van Van der Graaf nam hij wel over. Het voordeel van schuldeisers met een onderpand ten opzichte van die zonder onderpand zoals leveranciers, wordt wat kleiner gemaakt. Donderdag stemt de Tweede Kamer over de wet en de voorgestelde wijzigingen.

nieuwsoverzicht