Het is nog zoeken en pionieren voor de eerste herstructureringsdeskundigen van Nederland. Dat begint al met: hoe schrijf je een goede offerte en plan van aanpak voor de herstructurering van een bedrijf in moeilijkheden, als je dat bedrijf niet kent? De ervaringen van drie advocaten.
Bron: Mr. Online
De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) begint een gezicht te krijgen. Meerdere gezichten zelfs. Deze wet, die moet voorkomen dat levensvatbare bedrijven failliet gaan (en die op 1 januari 2021 in werking is getreden), creëert een nieuwe figuur: de herstructureringsdeskundige. Daarvan heeft de rechtbank er de afgelopen maanden vijf aangewezen: Hans Silvius (DeHaan Advocaten Notarissen), Geert Benedictus (schuldsaneringsbureau Benedictus), Ernst Jan Beerdsen (Kwartier Advocaten), David Vrijbergen (JPR Advocaten) en Frank Nowee (Van Benthem & Keulen).
David Vrijbergen, advocaat (partner) en curator is de vierde in rij die deze functie uitoefent. Op 1 april werd hij door de rechtbank Den Haag aangewezen als herstructureringsdeskundige. En dat ging, net zoals bij de andere herstructureringsdeskundigen, ‘via via’. Een bouwbedrijf zat in de financiële problemen en hoewel de schuldenlast behoorlijk was, zagen de financieel adviseurs en de huisadvocaat nog een mogelijkheid om het faillissement af te wenden: een beroep doen op de WHOA. Dan kan een herstructureringsdeskundige worden ingeschakeld, die een akkoord voorbereidt met en voor de schuldeisers en aandeelhouders. De rechtbank kan dat verbindend verklaren.
De wet schrijft voor dat de rechter, die de herstructureringsdeskundige aanwijst, moet kunnen kiezen uit minimaal twee kandidaten. De ondernemer vraagt dan aan deskundigen of zij een offerte willen uitbrengen om die klus te klaren. Vereist is dat zij financiële kennis hebben, kennis van het insolventierecht, ervaring met herstructureringen én het betreffende bedrijf niet kennen: de herstructureringsdeskundige moet onafhankelijk zijn. Als er een herstructureringsdeskundige is aangewezen, wordt een eventueel faillissementsaanvraag stopgezet, reden dat bedrijven in moeilijkheden graag met zo’n figuur werken.
“Voor iedereen is het nog zoeken”, zegt Vrijbergen, verbonden aan JPR Advocaten (Deventer, Doetinchem, Utrecht). “Voor ondernemers, rechtbanken en advocaten.” En zeker de eerste keer: hoe stel je een offerte op? En dat voor een bedrijf dat je van binnen niet kent en waarvan je niet weet wat je aantreft. Vrijbergen: “Onze sectie insolventie en herstructurering bestaat uit elf mensen. We hebben samen bekeken hoe het traject eruit kan zien en waar we tegenaan kunnen lopen. Zo maakten we een plan van aanpak.” Het offertebedrag was € 8.500,- (excl. btw). “Heb je meer uren nodig, dan kun je dat gemotiveerd aanvragen.”
Ere wie ere toekomt: Hans Silvius (advocaat-partner bij DeHaan, tevens curator) was de eerste herstructureringsdeskundige van Nederland. Op 19 januari – de WHOA is nog geen drie weken van kracht – werd hij door de rechtbank Noord-Nederland aangewezen.
Al in de eerste week van januari werd hij door het bedrijf aangezocht. Daarop volgde een gesprek van een uur: wat speelt er in deze zaak, welke oplossing ziet de ondernemer zelf, wie zijn de belangrijke schuldeisers en andere stakeholders. “Je mag als advocaat, en dat geldt ook voor je collega’s op kantoor, niet eerder bij het bedrijf betrokken zijn geweest. Je mag ook geen zakelijke banden hebben met de schuldeisers en stakeholders. Juist dat pols je in het eerste gesprek. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn belangrijk. Partijen nemen me serieus omdat ik geen eigen belang of eigen agenda heb.” Inmiddels heeft Silvius een offerte uitgebracht in een tweede zaak waarvoor hij is gevraagd als herstructureringsdeskundige.
Ook daarin staan zijn ervaring en kennis en zijn plan van aanpak. “Dat schrijf ik op basis van het gesprek met de ondernemer en het wettelijke stramien. Het is allemaal geen rocket science.” Dat Silvius is gekozen in de eerste zaak – de tweede offerte loopt nog – komt, zo denkt hij zelf, omdat de rechtbank in hem een ervaren curator ziet, met 35 jaar op de teller. “Dat geeft wat voorsprong, de rechtbank heeft vertrouwen in je.”
De champagne werd niet koud gezet toen hij als eerste herstructureringsdeskundige was aangewezen, wel was er blijdschap in de sectie insolventierecht (acht advocaten). “We bereiden ons al lang voor op de WHOA. Dan is het heel eervol als je er werk van kunt van maken. Een beloning voor onze inspanningen.” Wel doet Silvius deze klus als herstructureringsdeskundige alleen: er zijn simpelweg te weinig uren om daarvoor andere sectieleden aan het werk te zetten.
Dat wil niet zeggen dat het een one man job is. Silvius werkt nauw samen met de financieel adviseur en advocaat van dat bedrijf, de bank en Belastingdienst. Het valt hem op dat iedereen zich goed heeft verdiept in de materie en dat de kennis van de WHOA bij alle partijen groot is. “Maar in de praktijk moeten we wel onze weg zien te vinden.”
En die praktijk is: de nodige juridische hobbels overwinnen. “Overeenkomsten ontbinden geeft ruis. Daarover moesten we overeenstemming zien te bereiken, ook over de schadevergoeding. Dat leidt tot vertragingen.” Hij verwacht dat het zo’n zes, zeven maanden duurt voordat deze zaak tot een einde wordt gebracht. “Maar als het meer is voorgekookt kan het misschien in twee, drie maanden.”
Toen Frank Nowee, advocaat (partner) bij Van Benthem & Keulen (Utrecht) en al lange tijd curator, hoorde dat hij door de rechtbank was aangewezen als herstructureringsdeskundige, was dat reden voor een klein vreugdedansje: de eerste herstructureringsdeskundige in het arrondissement Midden-Nederland, de vijfde in het land. Maar bovenal de start van een mooie uitdagende klus waarnaar zijn praktijkgroep Insolventie & Herstructurering (twaalf advocaten) – na een lange voorbereidingstijd – heeft uitgekeken. Dat ervaren curatoren worden aangewezen als herstructureringsdeskundige is niet onlogisch, zegt hij: “Curatoren hebben ervaring met het insolventierecht en met herstructureringen en beschikken veelal ook over de benodigde financiële kennis.”
Nowee spreekt van ‘pionieren’. “De wet heeft de kaders voor de rol en de taken van de herstructureringsdeskundige geschapen maar een verdere uitweiding heeft de wetgever niet gegeven. Bijvoorbeeld: hoe moet je je verhouden tot het bestuur van de vennootschap? Wat is je rol ten opzichte van vennootschappelijke en maatschappelijke belangen?”
Het bedrijf waar Nowee nu herstructureringsdeskundige is, kwam via via bij hem terecht. Hij sprak kort met de bestuurder voor een eerste kennismaking met het bedrijf. Op basis daarvan heeft hij zijn offerte opgesteld. “Je wilt weten hoeveel crediteuren er zijn en wat de crediteurenlast is. Zijn er banken bij betrokken? Wat is de positie van de fiscus? Lopen er procedures? Wat is het toekomstperspectief? Op basis van die toch beperkte kennis maak je je offerte.”
Nowee beschreef daarin onder meer de rol en taken van de herstructureringsdeskundige, zijn eerste bevindingen, zijn expertises en de kosten. “En als je zelf niet over een bepaalde expertise beschikt, zoals het waarderen van bepaalde complexe bedrijfsonderdelen, dan kan je daarvoor derden inschakelen. Ook voor je onafhankelijkheid als herstructureringsdeskundige is het soms verstandig om een derde in te schakelen.” Uiteindelijk koos de rechtbank hem uit drie offertes. “Waar ze precies op letten en wat de doorslag gaf, weet ik niet.”
Het werk als herstructureringsdeskundige is fundamenteel anders dan dat van curator, merkt David Vrijbergen op. “Bij een surseance zit je samen met de bestuurder op de bok. Bij een faillissement zit je op de bok van de bestuurder. Onder de WHOA zit de bestuurder op de bok, die blijft beheers- en beschikkingsbevoegd. Als curator zou ik de belangen van de schuldeisers moeten laten prevaleren, nu moeten die samen met de vennootschap tot een akkoord komen. Zo proberen we een faillissement te voorkomen. Als herstructureringsdeskundige ben je dan de laatste reddingsboei.”
Hans Silvius ontwaart een voordeel dat de herstructureringsdeskundige wel heeft en de curator niet: concentreren op de hoofdlijnen. “Vergeleken met de curator zit je op grotere afstand van de dagelijkse beslommeringen. De schuldenaar is als debtor in possession zelf verantwoordelijk voor zijn bedrijf. Dat je details kunt overlaten aan anderen, werkt heel efficiënt en bevredigend.” Silvius vindt het vooral heel mooi werk. “Je levert toch een maatschappelijke bijdrage als datgene wat de ondernemer voor ogen heeft echt wordt gerealiseerd.”
nieuwsoverzicht