Kabinet wil maatschappelijke schade in faillissementen voorkomen

Als faillissementen van bijvoorbeeld ziekenhuizen of onderwijsinstellingen zich voordoen, moeten deze in stilte kunnen worden voorbereid door de toekomstig curator. Zo kan veel maatschappelijke schade en persoonlijk leed voor de betrokken patiënten of studenten worden voorkomen. Om hiervoor te zorgen, heeft de ministerraad op voorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming ingestemd met het in consultatie brengen van een nieuwe regeling. Dit is een novelle op de Wet continuïteit ondernemingen I (WCO I). 

Bron: Rijksoverheid 

Minister Dekker over het belang van deze regeling: “Als alle inspanningen toch niet voorkomen dat maatschappelijk belangrijke ondernemingen failliet gaan, moeten de activiteiten in ieder geval gecontroleerd kunnen worden afgebouwd. Bij een ziekenhuis kan hiermee worden voorkomen dat de patiëntveiligheid in het gedrang komt.”

Wet continuïteit ondernemingen I

Bij de Eerste Kamer is sinds enige tijd een voorstel voor de Wet continuïteit ondernemingen I (WCO I) in behandeling. Dit voorstel maakt het wettelijk mogelijk dat rechters bij een aanstaand faillissement van in principe elke onderneming, al vóór de faillietverklaring kunnen meedelen wie aangesteld zal worden als curator. De curator kan zich op die manier in relatieve rust voorbereiden op de taak die hem te wachten staat. Zo kan hij na de faillietverklaring direct daadkrachtig handelen. Dit vergroot de kans op een maximale opbrengst voor de schuldeisers en een doorstart van nog rendabele bedrijfsonderdelen met behoud van werkplekken voor de werknemers. 

De behandeling van de WCO I is door de Eerste Kamer aangehouden omdat er ook nog een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat de positie van werknemers regelt in geval van zo’n doorstart, de ’Wet overgang van onderneming in faillissement’ (WOVOF).  De senatoren hebben er terecht op gewezen dat de wetsvoorstellen met elkaar samenhangen en willen ze daarom gezamenlijk behandelen. Op dit moment loopt er alleen ook nog een prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. De uitkomst van die procedure kan van invloed zijn op hoe de WOVOF er uiteindelijk uit moet komen te zien en daarom wordt daar nu eerst op gewacht.  

Stille voorbereidingsfase nu gewenst

In de tussentijd zijn er echter situaties geweest waarin een stille voorbereidingsfase, zoals de WCO I regelt, heel gewenst zou zijn geweest. Dit concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid bijvoorbeeld in zijn rapport “Faillissement MC Slotervaart en MC IJsselmeerziekenhuizen; risico’s voor patiëntveiligheid”. Voor minister Dekker is dit aanleiding om te komen met een novelle bij de WCO I. Deze novelle zorgt ervoor dat het toepassingsbereik van de WCO I wordt ingeperkt en dat de focus van de regeling komt te liggen op ondernemingen met activiteiten waarbij maatschappelijke belangen worden gediend, zoals ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. De novelle maakt een gecontroleerde afbouw van activiteiten mogelijk in faillissement en houdt tegelijkertijd rekening met de nog niet uitgekristalliseerde positie van werknemers, door de tijdelijke inperking van het toepassingsbereik van de regeling. Het toepassingsbereik van de WCO I wordt nu tijdelijk ingeperkt om tegemoet te komen aan de dringende behoefte in de praktijk. Als het wetgevingstraject betreffende de WOVOF straks weer wordt hervat, zal de reikwijdte van WCO I weer worden verbreed.

nieuwsoverzicht